De Miljoenennota die minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem op Prinsjesdag 2017 presenteerde, bevat weinig spektakel. Voor de meeste groepen stijgt de koopkracht minder dan 1 procent in 2018.
Voor echt nieuw beleid is het wachten tot de formerende partijen voor het kabinet Rutte III eruit zijn.
Veel cijfers over de laatste begroting van het demissionaire kabinet Rutte II waren al uitgelekt. Maar de Macro-Economische Verkenning van het Centraal Planbureau biedt wat meer zicht op de koopkrachtontwikkeling van verschillende groepen.
De tabel hieronder laat zien dat de plusjes in 2018 variëren van 0,3 procent voor uitkeringsgerechtigden tot 1,1 procent voor wie meer dan vijf keer het minimumloon verdient, dus meer dan 100 duizend euro per jaar. Sowieso is opvallend dat de koopkrachtstijging groter is, naarmate het inkomensniveau hoger ligt.
(klik op tabel voor uitvergroting)
Er gaat komend jaar 435 miljoen euro extra naar kwaliteitsverbetering in de verpleegzorg, 270 miljoen euro naar het primair onderwijs (onder meer salarissen) en er wordt voor 425 miljoen euro aan extra maatregelen genomen om de koopkracht van ‘kwetsbare groepen’ te beschermen. Per saldo blijft er dan een begrotingsoverschot van 6 miljard te verdelen in 2018.
(klik voor uitvergroting)
Het verwachte begrotingsoverschot is gebaseerd op een aantal aannames over de economie. Zo zal de economische groei in 2018 iets lager liggen dan dit jaar, maar met 2,5 procent is die nog altijd zeer sterk. Ook blijft de werkloosheid dalen en zullen de lonen naar verwachting 0,4 procentpunt stijgen volgend jaar.
(klik voor uitvergroting)
